De HOTHAM studie: het effect van hyperbare zuurstoftherapie op het herstel na hamstringblessures

A. Regeneratiefase (Tabel 1A)
Tijdens de regeneratiefase wordt dagelijks in één sessie gewerkt met daarin verschillende oefeningen die gericht zijn op het corrigeren van de verschillende risicofactoren en mechanismen gerelateerd aan hamstringblessures.

De aerobe training begint wanneer de sporter ten minste drie sessies van de looptechniek zonder ongemak of pijn kan uitvoeren. Eén sessie wordt om de 3 dagen uitgevoerd en omvat vier sets van 5 minuten met een lage tot matige intensiteit (afhankelijk van het niveau van de patiënt).

Video’s oefeningen regeneratiefase, klik hier.

B. Functionele fase (Tabel 1B)
Tijdens de functionele fase wordt een bloktraining van 3 dagen uitgevoerd: dag 1-sprint training, dag 2-krachttraining, en dag 3-manuele therapie, mobiliteit en lumbopelvische controle.

Later, in de functionele fase, bestaat de loopsessie uit twee sets van 10 minuten die worden uitgevoerd met een gemiddelde tot hoge intensiteit (afhankelijk van het niveau van de patiënt). Stoppen van hardloopsessies wordt geadviseerd bij ongemak en pijn.

Video’s oefeningen van de functionele fase van de verschillende dagen, klik hier.

Een minimum van drie sessies van de 3 dagen bloktraining is vereist om de sporter te laten terugkeren naar sport (return to sport). Het programma en de activiteiten die tijdens de regeneratie en de functionele fasen worden uitgevoerd, worden weergegeven in Tabel 2.

Literatuur
Mendiguchia, J., et al. (2017). “A Multifactorial, Criteria-based Progressive Algorithm for Hamstring Injury Treatment.” Med Sci Sports Exerc 49(7): 1482-1492.

Fysiotherapeutisch oefenprogramma
We adviseren alle patiënten na een hamstringblessure een trainingsprogramma te volgen. Bij voorkeur traint u twee keer per week onder begeleiding van een fysiotherapeut. In overleg met uw arts kunnen wij u een fysiotherapeut adviseren.

Thuisoefenprogramma
Naast het trainen met de fysiotherapeut adviseren wij een om dagelijks thuis een aantal oefeningen te doen. De fysiotherapeut kan u duidelijk uitleggen hoe u de oefeningen moet uitvoeren. Met de onderstaand video’s kunt u bekijken hoe de oefeningen moeten worden uitgevoerd.

Het thuisoefenprogramma bestaat uit twee fasen. U gaat van de eerste naar de tweede fase als u weer normaal kan wandelen. Dit betekent dat u tijdens wandelen:

• met beide benen even grote stappen maakt
• beide benen even lang en zwaar belast

Het oefentherapie protocol is gebaseerd op de studies van Hamilton et al. (1) en Sherry & Best (2).

Video’s oefeningen thuisoefenprogramma
Achter elke oefening staat tussen haakjes een link naar een korte video waarop de oefening voorgedaan wordt. Klik op de link op de video te bekijken.

Fase 1
Laag tot gemiddeld intensieve zijdelingse stappen (3×1 minuut)
(video zijwaartse passen)

Laag tot gemiddeld intensieve passen waarbij aangedane been stapt; eerst achter het staande been langs, daarna voorlangs (3×1 minuut)
(video kruislingse passen)

Laag tot gemiddeld intensieve stappen voor- en achterwaarts over een tape lijn terwijl er naar de zijkant wordt bewogen (2×1 minuut)
(video zijwaartse + voor-achterwaartse passen)

Staan met open en later gesloten ogen op het aangedane been (4×20 seconden)
(video één been stand)

Bruggetje maken waarbij op de ellebogen en voorvoeten wordt gesteund. Hierbij dient het lichaam recht gehouden te worden (4×20 seconden)
(video brug buikligging)

Bruggetje maken waarbij op het hoofd, bovenrug en voeten wordt gesteund. De bovenrug tot en met de knieën dienen in een rechte lijn gehouden te worden (4×20 seconden)
(video brug rugligging)

Bruggetje maken op de zij waarbij op de zijkant van de voet en een elleboog wordt gesteund (4×20 seconden per zijde)
(video brug zijligging)

Fase 2
Gemiddeld tot hoog intensieve zijdelingse stappen (3×1 minuut)
(video zijwaartse passen)

Gemiddeld tot hoog intensieve passen waarbij aangedane been stapt; eerst achter het staande been langs, daarna voorlangs (3×1 minuut)
(video kruislingse passen)

Gemiddeld tot hoog intensieve stappen voor- en achterwaarts over een tape lijn terwijl er naar de zijkant wordt bewogen (2×1 minuut)
(video zijwaartse + voor-achterwaartse passen)

Startpositie: staan op één been (geblesseerde been) met gestrekte arm richting plafond. Daarna de romp draaien en voorover buigen zodat gestrekte arm voor het onderbeen uitkomt. Daarna weer naar de startpositie. Alternerend linker en rechter arm (4x 20 seconden herhaling).
(video windmill)

Start positie is het einde van een normale push-up beweging. Daarna aan een zijde een arm zo ver mogelijk naar het plafond richten, waarbij het bovenlichaam wat meedraait in die richting. Daarna weer naar de positie als werd gestart (2×15 herhalingen aan elke zijde)
(video push-up brug)

Rennen op de plaats met steeds sneller bewegende voeten. De voeten worden slechts centimeters van de grond afgetild (4×20 seconden)
(video tripling)

Vooroverbuigen van het bovenlichaam tegen weerstand van een Theraband in, terwijl afwisselend op een been wordt gestaan (2×15 herhalingen met Theraband in beide handen)
(video trunk pull down)

Start Askling Protocol
Start met onderstaande oefeningen vanaf 5 dagen na het oplopen van de blessure. Pijnprovocatie is ten alle tijde niet toegestaan tijdens het uitvoeren van de oefeningen.

The Extender
Pak in rugligging het aangedane dijbeen vast net onder de knie en houdt deze in 90° ten opzichte van je heup. Strek rustig je been vanuit de knie tot het punt net voordat de pijn voelbaar is. Voer deze oefening twee keer per dag uit, drie sets met 12 herhalingen.

The Diver
Deze oefening voer je uit door te doen alsof je een duik maakt terwijl je op een (het aangedane) been staat. Je staat rechtop en buigt je heup naar voren, tegelijkertijd strek je je armen naar voren en probeer je je andere been maximaal naar achteren te strekken, terwijl je je bekken horizontaal houdt; je standbeen heeft een kniehoek van 10-20°. Het is een vrije complexe oefening, voer daarom de oefening in het begin langzaam uit! Voer deze oefening om de dag uit, drie sets van 6 herhalingen.

The Glider
Je start deze oefening vanuit een rechtopstaande positie, met een hand houd je je vast aan een object ter ondersteuning. Je gehele lichaamsgewicht moet leunen op de hiel van het aangedane been (in het voorbeeld is dit het linker been) met ongeveer 10-20° buiging in de knie. De beweging begint bij het achteruit laten glijden van het niet-aangedane been en stop voordat de pijn voelbaar is. Gebruik voor dit been een sok/washandje/handdoek op een gladde ondergrond. De beweging terug naar startpositie wordt gedaan met behulp van beide armen, maak hierbij geen gebruik van het aangedane been. Begin de oefening langzaam en met een korte glij-afstand, naarmate het beter gaat voer je de oefening sneller uit met een grotere glij-afstand. Doe dit om de drie dagen met drie sets van 4 herhalingen.

Video’s van de oefeningen, klik hier.

Literatuur
Carl M Askling, Magnus Tengvar, Alf Thorstensson. Acute hamstring injuries in Swedish elite football: a prospective randomised controlled clinical trial comparing two rehabilitation protocols. Br J Sports Med. 2013. Klik hier.

Nee, u hoeft voor de studie geen speciaal revalidatieprogramma te volgen. U bepaalt samen met uw fysiotherapeut de inhoud en snelheid van revalideren. Onderstaand staan enkele voorbeelden van revalidatieprogramma’s gericht op hamstringblessure.